Eén scoort in onderzoek rond diversiteit op tv
De VRT heeft voor de tweede keer een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar diversiteit op het Vlaamse televisiescherm. Naast de zichtbare etnische diversiteit werd ook gepeild naar de proportionele vertegenwoordiging van mannen en vrouwen, van mensen met een functiebeperking en van ouderen in de programma's van de Vlaamse zenders.
B
egin 2007 heeft de VRT-studiedienst in samenwerking met de Universiteit Antwerpen (Prof. Walgrave en Prof. Hooghe) meer dan 600 programma's (392 uren uitzending) onderzocht op hun diversiteitsgehalte. Het ging daarbij om programma's van alle grote Vlaamse televisiezenders (Eén, Canvas, Ketnet, VTM, Kanaal 2, VT4, Vijf TV, Vitaya). Zowel fictie- als non-fictieprogramma's kwamen aan bod. Dat leverde informatie op over meer dan 9000 personen die "sprekend" op het scherm kwamen. Het nieuwe onderzoek (Monitor Diversiteit) is een vervolgstudie op een eerste onderzoek uit 2004.
Dit zijn de belangrijkste vaststellingen uit het onderzoek:
- Etnische diversiteit
- Het percentage gekleurde (niet-blanke) "sprekende personen" in non-fictieprogramma's op de Vlaamse televisie bleef stabiel (10,9%).
- Eén scoort op etnische diversiteit beter dan in de meting van 2004. Het is in 2007 het meest gekleurde televisienet van Vlaanderen. Zo zijn meer dan 17 % van alle gecodeerde individuen in non-fictie gekleurde personen. In 2004 was dat nog maar 11%. Canvas en Ketnet zijn minder "gekleurd" dan Eén.
- Veel allochtonen in Vlaanderen hebben roots in het Middellandse zeegebied, Turkije of Marokko. In vergelijking met 2004 zie je ze op de VRT-netten vaker in alledaagse maatschappelijke en familiale situaties. Vooral fictie-programma's als Emma, Thuis, Kinderen van Dewindt, enz. doorbreken op deze manier de stereotiepen. Op de commerciële zenders komen gekleurde acteurs (vooral Afro-Amerikanen) nog altijd eerder voor in de misdaad- en komediegenres.
- Veel "kleur" komt uit programma's rond internationale onderwerpen of uit buitenlandse producties. Op de VRT verschijnen echter veel meer gekleurde personen die Nederlands spreken en/of in een binnenlandse omgeving worden getoond dan op de private zenders.
- Mensen met een functiebeperking, vrouwen en ouderen
- Eén toont van alle zenders het meeste mensen met een permanente functiebeperking. Deze groep komt binnen het totale Vlaamse televisieaanbod relatief weinig aan bod.
- Er is een mannelijk overwicht op de Vlaamse zenders: 60 % van de personen die "sprekend" aan bod komen zijn mannen. Bij Eén, VTM, VT4 en Canvas liggen de verhoudingen tussen mannen en vrouwen nog verder uit elkaar.
- Ouderen komen op het Vlaamse scherm relatief weinig voor: slechts 3 % van de "sprekende" actoren zijn ouderen.
Het is duidelijk dat, nog meer dan voor andere kansengroepen, de kwaliteit van de programma-items waar ouderen en mensen met een functiebeperking aan het woord komen, belangrijker is dan het aantal keren dat ze dit doen.
Voor de VRT is dit onderzoek een instrument om programmamakers te ondersteunen bij het ontwikkelen van een programma-aanbod waarin culturele diversiteit voldoende aan bod komt. De Cel Diversiteit speelt daarbij een belangrijke stimulerende en adviserende rol.