Minister Gennez over Israël op Songfestival: 'Mocht ik CEO van de VRT zijn, dan zou ik wel actie ondernemen'

Ook vanuit de Vlaamse Regering komt nu meer druk op de beslissing van de VRT om geen nieuwe acties te nemen rond het optreden van Israël tijdens de finale van het 69ste Eurovisiesongfestival.
In 'De Afspraak op vrijdag' op VRTCANVAS gaf Vlaams minister Caroline Gennez van Vooruit scherp advies aan de VRT-top. 'Mocht ik CEO zijn, dan zou ik wel actie ondernemen', reageerde de minister van Cultuur op de vraag of de VRT het optreden van Israël beter niet uitzendt en 'op zwart' gaat tijdens de finale.
'Ik zou de beslissing om te stoppen met uitzenden, wanneer Israël op het podium verschijnt, perfect begrijpen, maar het is aan de VRT om die beslissing te nemen. Mocht ik CEO zijn, dan zou ik wel actie ondernemen', aldus Gennez. Een opvallende uitspraak, al benadrukte Gennez meteen erna dat ze vanuit de politiek de autonomie van de VRT moeten respecteren. Toch bleef ze scherp, ook over de EBU, de organisator van het Eurovisiesongfestival.
'Die twee maten en twee gewichten, dat is wat stoort. Je kan niet ontkennen dat Putin en Rusland de meest vreselijke oorlogsmisdaden begaan in Oekraïne. Iedereen is er het ondertussen wel over eens dat wat Israël doet in Gaza, neigt naar genocide, en dus ook verschrikkelijke oorlogsmisdaden zijn', verklaart Gennez haar onbegrip over het uitsluiten van Rusland en niet van Israël.
De Vlaams minister kan zich niet vinden in het standpunt van de EBU dat de Israëlische omroep los staat van het regime dat het conflict heeft met Gaza. 'Je geeft met een boycot een signaal aan een regime, in dit geval een extreemrechtse Israëlische regering', stelt Gennez.
Met haar uitspraken in 'De Afspraak op vrijdag' sluit Gennez dus aan bij de oproep van de socialistische vakbond ACOD om het optreden van Israël te boycotten. Afgelopen donderdag gaf de VRT-top hier geen gehoor aan. Ze bleef bij het eerder ingenomen standpunt.
