Gelovige, Nederlandse geleerden in 'Andries en de Wetenschappers'
Vier verschillende universiteiten, vier verschillende vakgebieden en vier verschillende hoogleraren. Wat die hoogleraren gemeen hebben? Ze vinden alle vier dat geloof en wetenschap samen kunnen gaan.
In een nieuw seizoen spreekt EO-presentator Andries Knevel wederom met topwetenschappers voor 'Andries en de Wetenschappers'.
Knevel: 'Ondanks de coronacrisis hebben we weer fantastische gasten weten te vinden. Het is was eigenlijk best wel een makkelijke zoektocht om christelijke wetenschappers te vinden. Het jammere is alleen dat mensen denken dat ze er niet zijn, en dat een gelovige wetenschapper een uitzondering is, die je met een lantaarntje moet zoeken. Ik betreur die beeldvorming, want daardoor denken studenten en hun ouders misschien wel dat wetenschap iets is, waardoor je je geloof zou kunnen verliezen.'
In de serie spreekt Knevel een hele reeks christelijke wetenschappers. Onder andere prof.dr.ir. Krijn de Jong, hoogleraar anorganische chemie aan de Universiteit van Utrecht. Hij was in zijn jeugd atheist, maar kwam als student tot bekering. Krijn de Jong is ook lekenpreker in een gemeente in Houten.
In de uitzending van 15 oktober gaat de EO-presentator langs bij prof. dr. Ir. Marnix Medema. Hij is onderzoeker en docent bioinformatica aan de Landbouwuniversiteit in Wageningen en gasthoogleraar in Leiden. In het blad New Scientist werd hij genoemd als een van de 25 meest veelbelovende jonge wetenschappers.
Prof. dr. Ir. Carlo Beenakker is hoogleraar Theoretische Natuurkunde in Leiden en winnaar van de Spinozaprijs. Hij schreef de afgelopen jaren 300 publicaties in wetenschappelijke tijdschriften. Beenakker is belijdend lid van de Rooms-Katholieke kerk.
Aan de Universiteit van Groningen gaat Knevel in gesprek met prof. dr. Ir. Jeroen de Ridder, hoogleraar Christelijke filosofie. Hij is tevens voorzitter van jong KNAW, de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
'Andries en de wetenschappers', vanaf donderdag 8 oktober om 23.15 uur bij de EO op NPO 2.