VRT bepaalt streefcijfers voor meer diversiteit op het scherm
De Standaard bericht vandaag dat de VRT zichzelf 'quota' oplegt wat de aanwezigheid van allochtonen en vrouwen op het scherm betreft. De VRT bouwt haar diversiteitsbeleid inderdaad verder uit, al ziet de openbare omroep diversiteit duidelijk breder dan alleen allochtonen en de man/vrouw-verhouding en zijn de vermelde cijfers in het artikel streefcijfers en geen opgelegde quota. De komende maanden werken de tv-netten van de VRT en de nieuwsdienst aan actieplannen om concrete stappen te kunnen zetten.
De openbare omroep heeft al sinds 2003 een diversiteitsbeleid, met onder meer een charter voor de diversiteit en een aparte cel die diversiteit in de VRT-uitzendingen aanmoedigt. Het voorbije decennium is ook al heel wat rond diversiteit op de VRT gebeurd. Programma’s als 'De School van Lukaku' op Eén zijn daar recente voorbeelden van.
Elke twee jaar laat de VRT, in samenwerking met de academische wereld, ook een studie over de diversiteit op het scherm uitvoeren: de zogenaamde 'Monitor diversiteit'. Daarin is aandacht voor 'kleur', voor de verhouding tussen mannen en vrouwen in programma’s, maar bijvoorbeeld ook voor de aanwezigheid van verschillende leeftijdsgroepen en mensen met een handicap op het scherm. In 2011 wil de VRT trouwens permanent de diversiteit in haar programma’s gaan meten.
Streefcijfers
Aan de hand van de resultaten uit 'Monitor diversiteit' van 2009 heeft de VRT recent voor zichzelf streefcijfers vastgelegd: cijfers die netten en programmamakers moeten aanmoedigen om op korte, middellange en lange termijn in onze eigen programma’s een correcter beeld van het Vlaanderen van de 21ste eeuw te geven. De VRT vindt het, als openbare omroep, immers belangrijk om een spiegel van de hele samenleving te zijn. Belangrijk daarbij is dat het uitsluitend om Vlaamse programma’s gaat: buitenlandse series worden bijvoorbeeld niet in de streefcijfers opgenomen.
Actieplannen
De netten Eén, Canvas en Ketnet en de nieuwsdienst bekijken de komende weken en maanden, samen met de programmamakers binnen en buiten de VRT, hoe ze de komende jaren concreet naar deze streefcijfers toe kunnen werken bij het maken van hun programma’s.