'Peking-Peking': Martin Heylen in China
Eén van de populairste rubrieken in 'Man Bijt Hond' zijn de reisreportages van Martin Heylen. Na omzwervingen in Vlaanderen, de Verenigde Staten en Siberië, is Martin Heylen nu aan een tocht doorheen de Chinese volksrepubliek begonnen.
Z
ijn werkwijze is in grote trekken dezelfde als in de bekroonde TV-reeks over Siberië: vergezeld van een tolk trekt de reporter zonder voorafgaande afspraken en zonder research door het land. Onderweg klopt hij op goed geluk aan bij mensen, of staat stil bij verrassende fenomenen, gebeurtenissen of figuren die zijn pad kruisen.
Geen land ter wereld spreekt momenteel zo tot de verbeelding als China. Het Rijk van het Midden wordt algemeen beschouwd als een economische wereldmacht in wording. Volgend jaar vinden er de Olympische Spelen plaats. Alle ogen van de wereld zullen gericht zijn op de bruisende metropool Peking, met zijn 15 miljoen inwoners.
Maar hoe zit het met de gewone mensen in dit uitgestrekte land – het op twee na grootste van de wereld? Hoe is het leven in het relatief onbekende binnenland, waar het contrast enorm is tussen het idyllische dorpsleven op het platteland en het gewriemel in de tientallen miljoenensteden?
Het grote verschil met de vorige reizen van Martin Heylen - dat werd snel duidelijk - is de vaststelling dat de Chinezen er niet alleen anders uitzien, maar ook anders leven, eten, denken en reageren dan Vlamingen, Amerikanen of Russen.
De reis, die begint in de hoofdstad Peking en daar ook zal eindigen, is dan ook vaak het relaas van een cultuurschok. En dat is wederzijds, want ook de Chinezen waren soms verbaasd over het bezoek van de westerse langneuzen.
Ondanks alles wordt ook in deze reeks duidelijk dat mensen waar ook ter wereld mensen zijn, ongeacht het politieke klimaat, de smog of de gewoonte om met stokjes te eten.