'Koppen' over de vogelgriep
maandag 16 januari 2006

Morgen, dinsdag 17 januari, komt Annelies Van Herck langs op Eén met een nieuwe aflevering van Koppen en dit zijn de onderwerpen...
<
STRONG>DE VOGELGRIEP: KOMT IE OF KOMT IE NIET?
In een Brussels ziekenhuis werd het voorbije weekend een journalist opgenomen met griepsymptomen. Meteen werd alarm geslagen, want de man verbleef een tijdlang in de door vogelgriep getroffen gebieden in Turkije. Loos alarm bleek achteraf, de man was ziek van een onschuldig –menselijk- griepje, hij is intussen aan de beterhand. Dat kan niet gezegd worden van 's lands kippenkwekers. Want élk bericht over de vogelgriep heeft een weerslag op de portemonnee van de kippenkwekers. Een nieuwe nekslag voor de sector na de dioxinecrisis van '99 en de vogelpest in 2003. Koppen ging op ronde met Johan Van Erum, een dierenarts die gespecialiseerd is in pluimvee. Samen met Van Erum meten we de financiële en emotionele schade op bij de grote kippenkwekers op.
Maar niet alleen de grote kwekerijen worden getroffen. Ook de kleine verkoper ondervindt schade. 'Het is al zover gekomen dat de mensen mij verbaasd aankijken als ik op een buffet een kippenboutje durf eten. Terwijl er helemaal geen reden tot paniek is.' Aan het woord is Louis Scheers, kweker van sierpluimvee. Sinds de eerste onheilspellende berichten over een mogelijke wereldwijde epidemie vielen de inkomsten van Louis terug op 10%. 'Als dit nog een paar maanden blijft duren, vrees ik dat we onze zaak binnen een half jaar kunnen sluiten! Het is rampzalig mijnheer.' Louis probeert zijn siereenden en duiven aan de man te brengen op de dierenmarkt van Mol. Maar vanachter zijn kraam kan Louis alleen maar beduusd vaststellen dat de kopers het massaal laten afweten.
Op de markt van Mol werden de maatregelen tegen de vogelgriep dit weekend versoepeld. Als je de nodige vergunningen hebt, mag iedereen weer zijn pluimvee, duiven en kanaries aan de man brengen. Maar de overheid blijft waakzaam: op de markt van Mol houdt een dierenarts een oogje in het zeil. Katelijne Van Spaendonck: 'Ik let nu natuurlijk erg goed op de mogelijke symptomen van de vogelgriep. Ik kijk naar de ogen, de kam en de ademhaling. Maar een massale uitbraak lijkt me niet voor vandaag. Alle dieren lijken me hier gezond. De maatregelen van het voedselagentschap helpen. Dus ik zou willen benadrukken dat er voorlopig géén gevaar is voor de volksgezondheid.'
VLEKJES OP JE HUID
"De kinderen op school noemden me schimmelkaas of dalmatiër. Na een tijdje kon ik de starende blikken niet meer verdragen en ben ik zelfs gestopt met competitiezwemmen." Nathalie is 17 en lijdt al 8 jaar aan vitiligo, een pigmentstoornis waardoor er witte vlekken op het lichaam ontstaan. Die zijn niet gevaarlijk of besmettelijk, maar wel erg opvallend en ze ogen niet mooi.
1 op de 100 mensen of ongeveer 150 000 Belgen lijdt aan vitiligo. De ziekte is niet erg bekend, omdat vitiligopatiënten de vlekken vaak verbergen. Ook de 37 jarige Karen schaamde zich vroeger voor haar gevlekte huid: "Ook ik kreeg de scheldnaam 'dalmatiër'. Jarenlang heb ik in de zomer lange mouwen gedragen. Nu heb ik de ziekte aanvaard".
Marleen Merckx, Simonneke uit Thuis, is meter van de landelijke vereniging voor vitiligo patiënten. Ze heeft zelf ook vitiligo. Zeven jaar geleden, vlak na de geboorte van haar dochter, ontdekte ze de eerste vlekjes. Marleen stelde zich nog geen vragen tot een jaar later haar oksels wit werden. Toen begon het camoufleren al en er dook een probleem op. Noch Marleen, noch de VRT-schminksters kregen de vlekken weg. Haar dokter stelde de diagnose: vitiligo. Marleen relativeert de aandoening: "Vitiligo doet geen pijn, je besmet er niemand mee en je gaat er niet aan dood. Ik kan met mijn vlekken een leven lang mee." De vraag die haar wel blijft bezighouden is of er erfelijke factoren meespelen: "Zal mijn dochter ooit vitiligo krijgen? Ik hoop het niet."
De oorzaak van vitiligo is nog niet gekend en daarom is de ziekte voorlopig niet te genezen. Bij mensen met een beperkte vorm van vitiligo, kan een behandeling soms de normale huidskleur terugbrengen. Maar de behandelingen en producten kosten handenvol geld en worden niet terugbetaald. Bovendien is de kans op succes klein als de ziekte uitgebreid is. Karen en Nathalie lijden aan zo'n agressieve vorm van vitiligo. "Ik heb alles geprobeerd: allerlei crèmes, lichttherapie, ... maar niets helpt," vertelt Nathalie. Karen trok zelfs naar een specialist in Amerika, zonder resultaat. Omdat de behandelingen te duur worden, zoekt ze nu haar toevlucht tot – ook al dure- make up. De psychosociale impact van vitiligo is enorm. Nathalie en Karen hebben na al die jaren leren omgaan met de starende blikken. Toch blijven ze hopen op een wondermiddel. "Als er een nieuw middel op de markt komt, proberen we het dadelijk uit."
HOOG OP 't ATOMIUM
"Je moet zeker niet gek zijn om dit te doen, want gekken gaan niet lang mee in dit beroep. Je moet avonturiersbloed hebben, en over je grenzen durven te gaan." Brecht Maenhout (22) is een van de hoogtewerkers die u dezer dagen langs de bollen van het Atomium naar beneden kan zien hangen, voor de afwerking van de renovatie van het nationale monument. Over vier weken gaat het Atomium weer open. De binnenkant is nog een werf, de buitenkant is bijna klaar, dankzij de stalen zenuwen van de hoogtewerkers die, enkel vastgemaakt aan twee touwen, alle renovaties hebben uitgevoerd. "We hangen op honderd meter, aan een 'zijden draadje'," lacht Gerry Colemont van Acrotech. "Dit touw is nog geen dertien millimeter dik, maar het houdt meer dan drie ton, en vandaag hangt er ook de Koppen-ploeg aan." Koppen-reporter Pascale Mertens ging over haar grenzen en bungelde mee aan de bovenste bol van het Atomium.
"Het Atomium is een speeltuin voor ons, je kan niet beter hebben, je kan alle technieken uitproberen die je ook in het alpinisme gebruikt. Fantastisch!" Lennert Spooren (29) werkte al acht jaar als schrijnwerker, toen hij vorig jaar eindelijk van zijn hobby zijn beroep maakte. "Ik was sportklimmer, en zag de mannen hier bezig, met dezelfde technieken, en toen ben ik op de firma afgestapt." Nu staat hij op de top van de bovenste bol, en controleert hij z'n touwen, voor hij met z'n siliconenspuit gaat afdalen om de voegen van de nieuwe inoxplaten bij te werken. "Dat werken op touwen, in de hoogte, in de openlucht, da's het mooiste wat er is. Je hebt continu uitzicht over alles. We werken hier nu een jaar, en hebben gewoon elk seizoen zien veranderen." Samen met Brecht stapt hij naar beneden alsof het niks is. "Ik ben begonnen als boomklimmer," vertelt Brecht. "De allereerste keren dacht ik op de kleinere bollen, verdorie, dat is hoog, terwijl dat nog maar dertig meter is. En nu vind ik honderd meter, de hoogste bol, al laag. Het mag nog hoger. Van wat ik nog droom? Big Ben, de Eifeltoren."
"Normaal werken wij voor gsm-operatoren, in België en in het buitenland," vertelt Gerry van de Belgische firma Acrotech, die gespecialiseerd is in werken met touwtechnieken en die de prestigieuze renovatie van het Atomium voor haar rekening mocht nemen. "We doen alle werken op hoogte, op elk hoog gebouw in België hebben we al wel eens gestaan. Het voordeel voor grootsteden als Antwerpen of Brussel is dat ze voor ons geen straat moeten afsluiten en stellingen en kranen zetten. Wij komen gewoon op een dak aan, hangen tegen de muur en doen ons werk, veel goedkoper en gemakkelijker."
En veiliger. De hoogtewerkers krijgen wel een risicopremie, maar in de acht jaar dat Acrotech bestaat, is er nog nooit een ongeval gebeurd. "Mensen die bijvoorbeeld ruiten wassen, nemen veel meer risico," vindt Brecht, "door met één been op een ladder te gaan staan, en met één been op een raam. Die zitten nooit vast, die hangen compleet in de lucht. Werken op het Atomium geeft een kick, een gezonde veilige kick. De hartslagen die ik al gehad heb, veel mensen zullen dat nooit hebben, en dat nemen ze me nooit meer af." Adrenaline op grote hoogte, dinsdag, in Koppen.
'Koppen', dinsdag 17 januari om 21.45 uur op Eén.