'Andere Tijden' kijkt terug op vliegramp Tenerife van 1977

In 1977 vond, met 583 doden, op Tenerife de grootste vliegtuigramp in de geschiedenis plaats. Daarbij vloog een KLM-toestel in brand.
Onmiddellijk stonden Nederlandse hulpverleners, politie en KLM-medewerkers voor een immense en zware taak: identificatie van de vele slachtoffers en het contact met de nabestaanden.
Op de bovenste etage van het hoofdkantoor van KLM in Amstelveen werd onmiddellijk een crisiscentrum ingericht. De woordvoerder van de vliegtuigmaatschappij meldde, ingefluisterd door de directeur, rechtstreeks in het Journaal dat er geen overlevenden waren. Diezelfde avond vertrok een klein team van kwartiermakers van de Rijksluchtvaartdienst, de Rijkspolitie en de KLM naar Tenerife.
Ondertussen werden 40 medewerkers van de KLM in Nederland gebombardeerd tot familiebezoekers. Zij gingen langs bij de nabestaanden om steun te bieden maar ook zoveel mogelijk persoonlijke gegevens over de slachtoffers te verzamelen, zoals tandartsgegevens, medische dossiers, kleding, foto’s etc. Na enkele dagen werden de lichamen van Tenerife naar een hangar op Schiphol-Oost overgebracht. Daar werd het identificatiewerk voortgezet en uiteindelijk wist het team ongeveer 80 % procent van de lichamen te identificeren. Zonder DNA-technieken en gezien de omstandigheden een vrij hoog percentage.
In 'Andere Tijden' medewerkers van de rampenstaf, de KLM en de ambassade over de afhandeling en de impact van een ramp met ongekende omvang.
'Andere Tijden', donderdag 4 september om 21.25 uur bij de NTR op NPO 2.