'Koppen' over studentendopen en onrust bij de Turken

'Koppen' is ook in de herfstmaanden trouw op post op dinsdag en donderdag. Wim De Vilder staat klaar met drie actuele reportages. TV-Visie blikt alvast even vooruit naar dinsdag.
<
STRONG>HET DOOPSEIZOEN
"Uiteraard moeten ze afzien, dat hoort bij een studentendoop. Zelfs een beetje vernedering hoort er bij." U kent ze wel, de jongens en meisjes in lange witte jassen die elkaar bekladden en vaak ook wel een pintje lusten. Matthijs Baeten is preses van de Kring der Alchemisten (KDA) in Antwerpen. Voor hem zijn de jaarlijkse dopen, die nu in elke studentenstad doorgaan, het hoogtepunt van het academiejaar.
Aan de universiteit van Gent bestaat er sinds kort een doopdecreet. Studentenclubs gaan akkoord met aan een aantal voorwaarden: geen slachtafval of zuippartijen en géén schadelijke stoffen. "In Gent en Leuven bestaat er ook een soort van dooppolitie. Het is goed dat er regels zijn, maar tradities moeten ook bewaard worden." Ruben Depraetere was tot vorig jaar Preses van THRASO uit Beveren-Leie.
"Jaar na jaar wordt het moeilijker om actieve leden te vinden", zegt Ruben. "Op papier hebben we nog maar 60 leden." De studentenclubs in Vlaanderen hebben de laatste jaren allemaal te maken met dalende ledenaantallen. De studentenfolklore dreigt te verdwijnen en de nieuwe leden zijn assertiever en mondiger. "Maar het is het soms wel in hun voordeel natuurlijk, om niet te doen wat wij zeggen."
De studentendoop van het KDA heeft één rode draad: look! De gedoopten krijgen de hele dag door teentjes look voorgeschoteld. En hun haar wordt gewassen met… lookshampoo. "Je blijft het ruiken tot Pasen." Voor de schachten is het een dagje afzien. Maar er is hoop! "Vijf uurtjes volhouden en dan kunnen we volgend jaar hetzelfde doen bij de nieuwelingen. Ik weet het, het is een beetje sadistisch."
TWEE DAGEN BIJ DE TURKEN IN GENK
Het broeit bij de Belgische Turken. Anonieme sms-jes roepen overal op tot betogen. In Brussel worden Koerdische winkels en cafés aangevallen. Ook bij de 6500 Turken in Genk steeg de spanning de afgelopen dagen. Anonieme sms-jes riepen op om zondagnamiddag aan het station bijeen te komen. Koppen leefde het weekend voor de betoging mee met de Genkse Turken en registreerde hun woede en frustraties. Woede over de PKK, frustratie over hun eigen situatie.
Voor Ali Caglar, voorzitter van de Turkse verenigingen in Genk, is zo'n niet aangevraagde betoging een nachtmerrie. "De Turken voelen al jarenlang pijn omwille van de terreuraanslagen van de PKK. Die boodschap willen ze geven aan de wereld. Maar stel dat daar rellen ontstaan. Dan gaat de gemeenschap weer een slechte naam krijgen. En dat kunnen we missen als kiespijn."
In de wijk Sledderlo wonen veel Turken. De Turkse vlag hangt er aan de huizen om steun te betuigen aan hun strijders aan het front in Turkije. Veel Turken hebben het gevoel dat ze te weinig steun krijgen van Europa en van de Belgische media: "Als hier een schaap geslacht wordt dan is 't een schande, maar wat daar nu gebeurt met mensen die geslacht worden, daar wordt niks over gezegd.»
Ali mobiliseert alle verenigingen uit Genk om hun leden thuis te houden. Maar ondanks al die moeite dagen er zondagmiddag toch nog een paar honderd mensen op. Vooral jongeren, zoals de 17-jarige Semih. Bij hen gaat het niet alleen over de problemen in Turkije, ze zijn ook verbitterd over hun eigen situatie: "Wij worden altijd verkeerd begrepen en bekeken. Als ik met 2 Belgen over straat loop, bekijkt niemand me als uitschot. Maar als ik met 2 Turken over straat loop wel. "
DE SCHAAKBORDMOORDENAAR SPREEKT
Hij wilde 64 mensen vermoorden. Zoveel als er velden zijn op een schaakbord. Maar de jury in Moskou achtte 'slechts' 48 moorden bewezen. Hij is bekend als de 'schaakbordmoordenaar', maar zijn echte naam is Alexandre Pitsjoeskin, een 33-jarige ongeschoolde arbeider. In Koppen vertelt de schaakbordmoordenaar zelf waarom hij al die moorden pleegde. Een uitzonderlijke kijk in het zieke hoofd van een seriemoordenaar die gisteren levenslang kreeg.
14 jaar lang kon Alexandre Pitsjoeskin ongestoord zijn gang gaan. Zijn werkterrein was een stadspark in het zuiden van de Russische hoofdstad Moskou. Daar voerde hij z'n slachtoffers, vaak oudere en alleenstaande mensen, dronken. Hij sloeg ze met een hamer dood en dumpte hun lijken in een afvoerkanaal. Pitchouckine heeft zelf 61 moorden bekend, 3 te weinig voor een vol schaakbord. Hij kon gewoon niet stoppen, zei hij op zijn proces.
Zijn eerste moord pleegt Pitsjoeskin als 18-jarige, in 1992. Zijn eerste slachtoffer is een klasgenoot. "Ik kende heel wat van de mensen die ik vermoord heb. Zeker een twintigtal waren echt kennissen". Jarenlang speelt Pitsjoeskin een kat-en-muisspel met de politie. Op 't eind doet hij zelfs geen enkele moeite meer om zijn slachtoffers te begraven. De politie pakt geregeld verdachten op. Altijd de verkeerde, en 's anderendaags ligt er weer een lijk in het park.
Het laatste slachtoffer van Pitsjoeskin is Marina, een vrouw die zijn telefoonnummer toevallig bij haar zoon heeft achtergelaten. Zo komt er eindelijk een eind aan het werk van de schaakbordmoordenaar. Die is blij dat de politie hem gepakt heeft: "Anders zou ik niet gestopt zijn, de politie heeft veel mensenlevens gered". Op de vraag waarom hij alles deed, heeft de moeder van Pitchouckine een antwoord: "Hij wilde altijd al aandacht, van jongs af aan, hij wilde beroemd worden". Dat is gelukt.
'Koppen', dinsdag 30 oktober om 21.15 uur op Eén