Woensdag in 'Hier en Toen': 40 jaar aids in België
'Aan het begin van de jaren tachtig was aids iets compleet nieuw. In het begin wisten we zelfs niet wat de oorzaak was. We dachten aan een virus, maar het heeft tot 1984 geduurd voordat het geïdentificeerd is.'
'Vergelijk dat met corona, waarbij we dat op een paar dagen konden. We probeerden allerlei nieuwe medicamenten uit… maar niks hielp. Het was echt een doodsvonnis hé. En een gruwelijke dood…' (professor Peter Piot, voormalig directeur UNAIDS)
Begin jaren tachtig maken dokters zich ongerust over een dodelijk virus dat rondwaart bij middenklasse Amerikanen in de grote steden, en vooral onder homomannen slachtoffers maakt. Deze ‘homokanker’ zaait paniek onder de jonge, vooral mannelijke, bevolking en waait niet veel later ook over naar Europa. België pioniert in het onderzoek naar wat we later als HIV/aids zouden gaan bestempelen. In deze documentaire vertellen de jonge artsen van toen hoe ze met de ziekte moesten omgaan, welke onderzoeken ze deden en welke wetenschappelijke inzichten ze gaandeweg aan het ziektebeeld konden koppelen. Patiënten verhalen over hoe ze overmand werden door paniek, uit angst voor het virus, en later door verdriet, door het verlies van zo veel jonge, bekende vrienden. AIDS zette de normen en waarden van een maatschappij in verandering onder druk: de katholieke moraal rond seksualiteit werd uitgedaagd. Wetenschap en politiek kwamen daardoor meermaals frontaal in botsing met elkaar.
'Ieder van ons neemt afscheid. Dat is het leven, maar als je op zo’n jonge leeftijd te veel afscheid moet beginnen nemen… Ja, dat weegt. Ik heb precies in één of andere grote natuurramp gezeten, waar ge maar met een paar overlevenden uit zijt mogen komen. Al goed dat niet iedereen dat moet meemaken, want te veel verlies is nooit goed denk ik.' (Patrick Reyntiens, persoon met hiv)
Maar aids is niet uitsluitend een verhaal uit het verleden. Sinds onderzoekers er vanaf het midden van de jaren negentig in slaagden om het virus door middel van medicijnen onder controle te houden, onderschatten nieuwe generaties het gevaar van het virus. Want dat is er wel degelijk: mensen met aids verouderen sneller, en er blijft altijd het risico dat er op een dag resistentie optreedt, of – zoals in coronatijd is gebleken – er een tekort van medicatie optreedt. Daarnaast moet de aidsproblematiek ook in een breder, internationaal, kader worden gezien. Aids werd pas een probleem vanaf het moment dat het virus slachtoffers maakte in het westen, maar de ziekte bestond al veel langer – en bestaat nog steeds – in Afrika. Aids is alles behalve weg, en blijft een acuut probleem in onze maatschappij. Elke dag krijgen in België twee mensen het verdict dat ze aan HIV lijden. Wereldwijd sterven jaarlijks nog tussen de 600.000 en 700.000 mensen aan de gevolgen van aids. Om het met een campagneslogan uit de jaren tachtig te zeggen: ‘Open je ogen, voor aids ze sluit.’
En dan is er nog het stigma. Ondanks alle campagnes die al gevoerd zijn, ondanks het feit dat er geen enkel gevaar is om normale betrekkingen te onderhouden met iemand die hiv-positief is, blijft die gemeenschap kampen met een enorm stigma. Dat maakt het ook vandaag nog steeds moeilijk om te leven met aids.
'Dat is één van de grootse ontgoochelingen die ik heb. Ik dacht dat als er een behandeling zou komen en aids geen doodsvonnis meer zou zijn, dat het genormaliseerd zou worden en dat mensen niet meer gediscrimineerd zouden worden omdat ze met hiv leven. Maar ondertussen heb ik begrepen dat het eigenlijk niet zozeer gaat om het virus en de infectie, maar om iets anders. Omdat men mensen beoordeelt op hun seksueel gedrag en seksuele oriëntatie. Tja… En het gaat meestal over het hoofd van degene die discrimineert' (professor Peter Piot, voormalig directeur UNAIDS)
'Hier en Toen', woensdag 1 mei om 21.20 uur op VRT CANVAS.