Mediabedrijven roepen overheid om op samen te werken aan regulering voor gokreclame in plaats van totaalverbod
In mei van dit jaar werd door de Belgische overheid een totaalverbod op gokreclame aangekondigd. De tekst van het KB werd aan de Europese Commissie en aan de Raad van State voorgelegd.
Vanuit Europa kwam de terechte kritiek dat de Belgische wetgever had nagelaten om te onderbouwen waarom een verbod voor reclame in de Belgische media nodig is. Een totaalverbod is inderdaad drastisch en zou het tegenovergestelde effect hebben.
Het vergunde aanbod dat er vandaag is, is er immers net op gericht dat spelers veilig en verantwoord kunnen deelnemen. Dat is de essentie van het Belgische vergunningsbeleid: kansspelen kunnen enkel onder strikte voorwaarden georganiseerd worden en er zijn tal van maatregelen voorzien die de spelers moeten beschermen. Vanwege het wereldwijde karakter van het internet en het massale illegale aanbod is het enkel passief beschikbaar stellen van legaal aanbod onvoldoende om tot voldoende kanalisatie te komen. De consument moet dus gewezen worden op het betrouwbare, beschermde en legale aanbod.
Bij een reclameverbod in de Belgische media is er daar geen mogelijkheid meer tot preventie en kunnen spelers niet meer van het illegale circuit naar het legale circuit gekanaliseerd worden.
Geen discriminatie van de media in België
Het KB dat voorligt, bevat bovendien verschillende discriminaties waarbij vooral de Belgische media benadeeld worden. Het reclameverbod zal immers hoofdzakelijk de Belgische media treffen. Advertenties moeten volgens het KB verdwijnen uit de Belgische media, terwijl er bijvoorbeeld verder reclame kan gemaakt worden op sociale media en online platformen van de buitenlandse techgiganten. Op die manier worden de Belgische spelers benadeeld terwijl die reeds onder grote druk staan, onder andere door de dominantie van de sociale media en online platformen. De internationale giganten zullen de bijkomende reclamemiddelen vanuit België verwelkomen.
Het stopzetten van deze belangrijke investeringen in de Belgische media zal een impact hebben op de mediaconsument. Die inkomsten zijn vandaag immers een cruciale bron die de media toelaten om de Belgische mediaconsument onafhankelijk te blijven informeren en om te kunnen concurreren in het verwerven van uitzendrechten op sportevenementen. Bij gebrek aan die middelen zullen meer en meer competities achter de betaalmuur van een techgigant komen en zal dit een effect hebben op de kwaliteit van de verslaggeving.
In samenwerking met de overheid
De Belgische mediaspelers hebben al herhaaldelijk aangegeven dat zij met de sector initiatieven willen nemen om de impact van gokreclame te beperken. Die reiken opnieuw de hand naar de overheid om in samenwerking tot een efficiënte bestrijding van gokverslaving te komen in plaats van alles te verbieden.
'We staan niet alleen met ons standpunt. De Kansspelcommissie heeft in een eerder advies aangegeven geen voorstander te zijn van een wettelijk verbod, maar dat de overheid in samenwerking met de sector tot evenwichtige afspraken dient te komen.'
Op die manier kan de overheid bereiken wat ze ambieert. Want uit een opiniestuk (De Morgen, 06/12) blijkt dat de overheid zelf verkeerde verwachtingen heeft van haar KB. De auteurs van dat opiniestuk pleiten voor de snelle goedkeuring van het KB. Nochtans lezen we in het stuk letterlijk dat de advertenties op televisie 'beperkt' zijn maar dat er online niet 'valt te ontkomen aan de schreeuwerige logo's'. Het KB zal die online reclame nauwelijks aanpakken, maar zal de beperkte televisiereclame evenals alle andere reclame op onze media volledig doen verdwijnen. Dat is het tegenovergestelde van waar het probleem zich dus situeert.
'We onderschrijven dan ook de stelling van de heer Denis Philippe, advocaat en professor aan de UCL (L’Echo, 06/12): het KB schaadt de Belgische economie zonder dat het bijdraagt aan de bescherming van de spelers.'