'Paradise City' vrijdag in Kigali, Rwanda
In de nacht van 6 op 7 april 1994 begint in Rwanda een brutale genocide. 100 dagen duurt de slachtpartij. 1.000.000 mensen worden vermoord, zowel Tutsi's als gematigde Hutu's.
Het is uiteindelijk het Tutsi-rebellenleger RPF van Paul Kagame dat het land binnenvalt, het Hutu-regime omvergooit en de genocide stopt.
Voor een muzikant als Mario Goossens is het onbegrijpelijk dat een radiostation (Radio Télévision Libre des Milles Collines) de genocide mee heeft aangemoedigd.
Mario ontmoet de makers en luisteraars van de radiosoap Musekeweya ('Nieuwe Ochtend'). Die gaat over etnische spanningen tussen twee dorpen en wil de Rwandezen doen nadenken over het verleden. Via herkenbare verhalen en liederen willen de makers de Rwandezen weer dichter bij elkaar brengen en zo ook de positieve kracht van het radiomedium benadrukken. Musekeweya is vandaag immens populair.
Jacques Rugamba werd in 1985 als Tutsi geboren in een sloppenwijk in Kigali. Zijn ouders stierven allebei nog voor het begin van de genocide. Tijdens de genocide wordt hij eerst verstopt bij een Hutu-oom. Daarna vlucht hij samen met duizenden anderen in moeilijke omstandigheden naar Zaïre. Pas na drie jaar kan hij terugkeren. Het was een vreselijke tijd, die hij nu probeert te verwerken als zanger. Maar makkelijk is dat niet.
Vandaag is Hope Azeda een van Afrika's meest vooraanstaande theaterregisseurs. Maar haar regiecarrière begon met een kleine klas onder een boom in Kigali. Hope groeide in de jaren 70 op als dochter van Rwandese vluchtelingen in Oeganda. Daar werd ze een bekende actrice. Na de genocide keerde ze terug naar Kigali. Ze begon er met het theaterproject Mashirka (Swahili voor 'de krachten bundelen'). In 2004 creëerde ze een aangrijpend massaspektakel voor 30.000 toeschouwers naar aanleiding van de tiende verjaardag van de genocide.
'Paradise City: Kigali, Rwanda', vrijdag 25 oktober om 21.20 uur op Canvas.